Panelrapporten The Next! 2023

Mama’ku van Cheroney Pelupessy

Mama’ku”, ofwel de Indonesische vertaling van “Mijn Moeder” is een multidisciplinair kunstproject van Cheroney Pelupessy en is een eerbetoon aan moeders en de kracht van moeders. Voor dit eerbetoon gaat Cheroney op zoek naar haar identiteit als Nederlandse, Molukse en Indonesische vrouw en hoe zich dit verhoudt tot de relatie van een moeder en haar dochter.

De zoektocht van Cheroney naar haar eigen identiteit begon al in haar vorige voorstelling Keturunan, wat nakomeling betekent in het Maleis. Een dansvoorstelling waar Cheroney in de familieverhalen is gedoken van vijf Molukse en Indonesische dansers en wat hun culturele identiteit met hen doet. Wat ze vervolgens met Keturunan over identiteit heeft geleerd, neemt ze mee in haar onderzoek voor Mama’ku.

Voor Mama’ku maakt Cheroney met haar moeder een verkenningsreis door het Indonesië van haar moeder. Hier gaat ze op zoek naar haar voorouders, leert nieuwe traditionele dansstijlen uit de regio’s die ze bezoekt, doet onderzoek naar traditionele stoffen, instrumenten en muziekstijlen. Alles functioneert als inspiratiebron voor de voorstelling en wordt vastgelegd in een documentaire, die de voorstelling zal inleiden.

De dansvoorstelling is een uitwisseling tussen traditionele Javaanse dans en hedendaagse Urban Contemporary. Cheroney werkt hierin samen met Sonja Bloem die de rol van haar moeder vertolkt en gespecialiseerd is in Javaanse dans in de stijl van Mangkunegaran Solo Indonesia. De dans, die symbool staat voor de reis die haar moeder heeft afgelegd,  ontwikkelt zich van een traditionele Javaanse dansstijl naar een steeds vrijere vorm. Zo krijgt haar moeder een heldere stem op de vloer. Om de kijker via nog meer zintuigen mee te slepen in het verhaal werkt Cheroney samen met een live muzikant die de tifa, een traditioneel Moluks slaginstrument, zal bespelen en werkt ze samen met de talentvolle Nederlands-Molukse mode- en kostuumontwerper Mirjam Manusama.

Met haar multidisciplinaire voorstelling heeft Cheroney een duidelijk doel voor ogen: het vertellen van menselijke verhalen die kwetsbaar, ongehoord, en herkenbaar zijn. Verhalen die soms een beetje schuren, met een uitnodiging tot zelfreflectie. Door ervaringen en vraagstukken uit haar eigen leven en die van haar omgeving te delen, verlangt ze ernaar om verbinding te creëren en een nieuw perspectief teweeg te brengen bij de toeschouwer.

Het panel is onder de indruk van het goed doordachte plan van Mama’ku. Ze waardeert dat het hele onderzoekstraject wordt vastgelegd via een korte docufilm. Bovendien gebruikt Cheroney alles wat ze in haar zoektocht op Java en de Molukken tegenkomt als inspiratie voor haar voorstelling. Op deze wijze lijkt ze het publiek mee op avontuur te nemen door alle facetten van haar zoektocht. Geen materiaal lijkt verloren te gaan. Het panel is dan ook benieuwd naar de inzichten die de reis oplevert.

Door samen te werken met danseres Sonja Bloem en kostuumontwerper Mirjam Manusama blijft Cheroney dicht bij de authenticiteit van haar verhaal. Bovendien is het vrouwelijke narratief gebracht door de oudere danseres een mooie vondst en geeft het de moeder een directe stem op het toneel.

Het panel prijst de manier waarop Cheroney werkt vanuit haar bewegingstaal van urban contemporary en zorgt voor kruisbestuivingen tussen traditionele Javaanse dansstijlen en urban contemporary, maar ook tussen verschillende culturen, heden en verleden en jong en oud. Hierbij staat het vrouwelijke narratief altijd voorop waarbij Cheroney zich kwetsbaar durft op te stellen.

Chez Bricktop van Claron McFadden

Chez Bricktop wordt muziektheater in de vorm van een “live” radio-uitzending. Met de liederencyclusreeks ‘American Beauties’ willen sopraan Claron McFadden en pianiste Claire Chevallier Afro-Amerikaanse artiesten uitlichten die na de Eerste Wereldoorlog vanuit de VS naar Europa migreerden. Zo ook de iconische Ada Smith (1894 – 1984), beter bekend als Bricktop, die met haar beroemde nachtclub Chez Bricktop een ontmoetingsplaats vormde voor Franse artiesten en Afro-Amerikanen die tijdelijk of permanent in Parijs verbleven en konden ontsnappen aan het racisme waarmee ze in Amerika systematisch te maken kregen.

Het idee voor Chez Bricktop kwam voort uit Claron’s eigen reis van Amerika naar Europa in de jaren tachtig. Haar ‘blootstelling’ op jonge leeftijd aan de West-Europese cultuur, via literatuur, film, kunst en vooral muziek, was de start van een artistieke ontdekkingsreis, waarin ze Europese klassieke muziek ging combineren met haar eigen roots in Afrikaanse muziek, gospel, blues en jazz. Inmiddels staat Claron al jaren bekend om haar unieke interpretatie van hedendaagse muziek, van barok tot wereldmuziek.

Daarnaast raakte ze geïntrigeerd door de keuze van Parijs als toevluchtsoord voor Afro-Amerikanen en raakte ze in het bijzonder geïnteresseerd in degenen die in Parijs niet alleen erkenning en acceptatie vonden, maar ook roem en fortuin; dezelfde kunstenaars die door de geschiedenis volledig genegeerd zijn.

Voor Chez Bricktop onderzoeken Claron en Claire de komst van ‘jazz’ uit Amerika en de invloed die deze had op het Franse muzieklandschap van die tijd. Claire zegt hierover;” Door dit rijke muzikale materiaal te verkennen, op zoek naar de bruggen en verbindingspunten van die periode, hopen we allebei te ontdekken wat ons artistiek verbindt, door te vieren wat ons allemaal raakt: muziek als een magische onverklaarde schakel.”

Samen met regisseur Luigi De Angelis herscheppen ze de muzikale sfeer van het Parijse Montmartre, toen bekend als het “Harlem van Parijs”. Door Chez Bricktop te ontwerpen als een live radioprogramma, met Claron McFadden als presentator en Claire aan de piano, kunnen zij de sfeer van een club van 100 jaar geleden over de structuur van een hedendaagse muziekwereld heen leggen met live publiek, live muziek en ruimte voor interviews met gasten aan de telefoon of zelfs live.

Ze hopen dat dit project zal helpen het stof van de duisternis van sommige van deze Afro-Amerikaanse artiesten uit de jaren twintig en dertig te verdrijven en het langverwachte licht van respect op deze ‘Amerikaanse schoonheden’ te laten schijnen.

Het panel is onder de indruk van het concept en vindt het ‘tijdreizen’ in de radiovoorstelling zeer aanstekelijk. Het herscheppen van de sfeer van het Parijse Montmartre in combinatie met de integratie van Afro-Amerikaanse, Afrikaanse, Westerse, oude en hedendaagse muziekstijlen prikkelt en activeert de zintuigen. De toevoeging van interactie met gasten als onderdeel van de voorstelling maakt nieuwsgierig naar de impact op het narratief. Claron heeft binnen de klassieke muziek een belangrijke bijdrage geleverd aan het hele palet en het panel waardeert het dat we met dit plan Claron’s eigen verhaal meemaken en ervaren hoe haar muziek beïnvloed is door haar komst naar Europa. Net zoals de mensen voor haar in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw.  Het erfgoed dat Claron als persoon met zich meedraagt, haar rijke muzikale ervaring en haar versatiliteit geven vertrouwen in het plan.

The Indonesian Dialogues van Sven Peetoom

Sven Peetoom is een Nederlands-Indonesische filmmaker, theatermaker en performer en met The Indonesian Dialogues maakt hij een interdisciplinaire voorstelling waarin het Indonesische perspectief op het koloniale verleden van Nederlands-Indië centraal staat. Sven wil het koloniale Nederlands-Indische discourse doorbreken door de stemmen van de gekoloniseerden in plaats van de stemmen van de kolonisatoren op het podium te brengen.

Zo kijkt en luistert het publiek in The Indonesian Dialogues naar dialogen tussen Indonesische mensen die op videoschermen te zien zijn. De geïnterviewden halen herinneringen op aan de koloniale tijd in Indonesië̈ en geven aan hoe deze geschiedenis hun leven heeft beïnvloed. Live gamelanmuziek en illustraties verrijken het podium en worden deel van de dialoog. Op en rond het podium worden ruimtes gecreëerd waar bezoekers deel uit kunnen maken van de dialoog en hun emoties over de gesprekken kunnen uiten.

“Het kolonialisme in Nederlands-Indië̈ wordt nog te vaak bestudeerd vanuit een Westers perspectief, zowel in de kunsten als in de academische wereld”, aldus Sven. Hij zag in dat de volgende stap in zijn onderzoek naar het Indische koloniale verleden eruit zou moeten bestaan om het standpunt van de Indonesische mensen te onderzoeken.

Dit doen hij, samen met Sebastian Gisi, door in de winter van 2024 door Indonesië̈ te reizen en verschillende Indonesische mensen, afkomstig van meerdere eilanden, te spreken over hun blik op en herinneringen aan de Nederlandse bezetting, de onafhankelijkheidsoorlog en het koloniale verleden. Samen met Mandy Abou Shoak, een antiracisme expert uit Zwitserland, maken ze een antiracistisch en antikoloniaal interviewformat. Zo hopen ze een ruimte te creëren waar Indonesiërs zich veilig voelen en vrij kunnen praten over het verleden.

Om het materiaal te behouden als cultureel erfgoed en beschikbaar te stellen aan andere onderzoekers, journalisten en kunstenaars delen ze de interviews na de performance met organisaties als het Indisch Herinneringscentrum en Indisch Erfgoed Digitaal, een platform van de Oral History Collectie in Nederland.

Het panel is zeer gecharmeerd van de interactieve performance-achtige vorm van deze productie. Door het gebruik van schermen krijgen de eigenaren van de verhalen een duidelijke plek. Bovendien bieden de kleine ruimtes op het podium de toeschouwer de kans om daar op een intieme wijze op te reflecteren.

Wel is het panel benieuwd naar het bereik van de performance maar ziet in de flexibiliteit veel potentie. Het panel ziet bijvoorbeeld mogelijkheden in de verschillende manieren waarop The Indonesian Dialogues kan worden aangepast. Zo kunnen volgens Sven de installaties getoond worden zonder de performance, waardoor het concept goed past binnen de muren van een museum of galerie. Dat deze voorstelling al gegarandeerde vertoningen in verschillende buitenlandse steden heeft, geeft vertrouwen. Ook de plannen om het materiaal als cultureel erfgoed beschikbaar te stellen voor onderzoek en collecties worden door het panel als een zeer waardevolle toevoeging gezien. Bovenal ondersteunt het panel dat er een lans gebroken wordt voor de stemmen die we het minste horen: de gekoloniseerden. We zijn toe aan dit soort verhalen, aldus het panel en ze vindt het tijd dat dit soort projecten ruim baan krijgt. Zoals Sven zegt; “Wij willen deze barrière oversteken en stem geven aan de andere kant van deze geschiedenis.”

Waanzien van Mouna Laroussi

In Waanzien neemt Mouna de bezoeker mee op onderzoek. Hoe willen we gezien worden? Als deel van een culturele of gemarginaliseerde groep of juist als onderdeel van een meerderheid? Als aanhanger van een geloof, als lid van een subcultuur of als supporter van een voetbalclub? In context van iets groters, of gewoon als individu? Hoe kijkt Nederland naar haar Marokkaanse gemeenschap en, even belangrijk, vice versa en hoe bepaalt de geschiedenis onze blik en hoe wordt deze door de media gestuurd? Mouna gaat op zoek naar de antwoorden.

Mouna Laroussi is theatermaker, actrice, danseres en choreograaf; een multidisciplinaire performer met Marokkaanse– en Nederlandse roots. Door de jaren heen ontwikkelde Mouna een sterk eigen signatuur op basis van haar ervaring: verschillende theaterdisciplines met een gezonde dosis humor, een sterk eigen karakter en het vermogen om culturele verschillen en maatschappelijke problemen van verschillende kanten te belichten. En dat alles in losse scènes en sketches die in een hoog tempo gemonteerd worden.

Mouna zegt; “Mijn perspectief op de multiculturele samenleving is uniek en nog niet voldoende in de theaters zien. Maatschappelijke onderwerpen over de Arabische cultuur worden veelal ingezet door Westerse theatermakers. Nederlanders met een Arabische achtergrond ervaren de insteek vaak als provocerend, ze herkennen zich niet, voelen zich niet aangetrokken en bezoeken daarom maar beperkt het theater. Met de voorstelling Waanzien breng ik een nieuw geluid naar het theater, een nieuw perspectief.”

Haar nieuwe voorstelling laat zich het beste omschrijven als een autobiografische multidisciplinaire theatervoorstelling. Vanuit zichzelf en verschillende theaterpersonages, waaronder publieksfavoriet ‘tante Fatima’, maakt ze alles bespreekbaar, zonder te provoceren. Met dit innemende personage Fatima kiest ze heel bewust voor de route van empathie en humor om te informeren en nieuw licht te werpen op bestaande retoriek om zo tot meer te komen. Zoals ze zelf zegt; “Dat betekent niet braaf theater maken, maar durven schuren en op zoek gaan naar waar de grenzen liggen voor het Nederlandse publiek én voor de Nederlanders met een Arabische achtergrond.”

Net als in haar vorige solovoorstellingen Schijtziek en FATIMA krijgen dans, beweging en theater een evenredig aandeel. De combinatie van de verschillende theaterdisciplines levert een unieke avond op die een heel divers publiek trekt en bezoekers op verschillende niveaus kan raken. “Ik wil ontroeren, aanklagen, laten lachen en bovenal verbinden. Ik draag met trots de verantwoordelijkheid om als een van de weinig vrouwelijke Nederlands Marokkaanse makers deze impact te maken.

Het panel vindt Waanzien een sympathiek en belangrijk plan. Het is duidelijk dat Mouna met haar signatuur uitdagende maatschappelijke thema’s toegankelijk en bespreekbaar maakt. Haar vermogen om een divers publiek aan zich te binden heeft zich al bewezen in haar eerdere twee solovoorstellingen en dat wekt vertrouwen voor Waanzien. Het panel ziet haar samenwerking met Titus Tiel Groenstege en Theaterbureau De Mannen als een mooie stap in haar carrière. Daarnaast looft het panel haar veelzijdigheid als maker en haar capaciteit om vanuit een Nederlands-Marokkaans vrouwelijk perspectief deuren te openen en verbindingen te maken. Iets wat nog veel te weinig gebeurt. Haar bevlogenheid als maker om van belang te zijn en het verschil te maken zijn zowel aanstekelijk als bewonderenswaardig.